Jongeren en geldproblemen

Jongeren en geldproblemen is een steeds vaker voorkomend iets. Het Nibud stelt naar aanleiding van een onderzoek dat dit voorkomen kan worden door een goede financiële opvoeding. Zo blijkt dat jongeren die wegwijs zijn gemaakt met geld minder vaak rood staan, minder (vaak) geld lenen en bewuster geld sparen.

Het onderzoek heeft aangetoond dat ruim een kwart van alle jongeren tot 25 jaar financiële problemen heeft en dat zij moeite hebben om rond te komen van hun geld. Ook de cijfers van Nederlandse Vereniging voor Volkskrediet benadrukken dit nog even. Zo waren in 2007 zeven procent van de jongeren tot 25 jaar in een schuldregeling terecht gekomen. Vooral jongeren die uitwonend of lager opgeleid zijn kampen met geldproblemen.

Het Nibud stelt dat jongeren steeds meer in de schulden raken omdat zij onvoldoende zijn voorbereid op een financieel zelfstandig bestaan. Het ontbreekt de jongeren aan kennis en inzicht in hun eigen financiën. Met name hierdoor zijn de jongeren niet in staat om op hun 18e zorg te dragen aan hun financiële verantwoordelijkheid.

Onverantwoord leengedrag
Het gebrek aan geld wordt pijnlijk kenbaar in het leengedrag van jongeren boven de 21 jaar. Een derde van hen leent geld, waarvan de helft bij de bank. Het overgrote deel van de jongeren is heel erg impulsief met het lenen van geld. Vaak lenen ze geld zonder dat ze van te voren hebben bekeken of ze wel in staat zijn om de lening af te lossen. Ongeveer 30 procent van de jongeren heeft geen idee hoeveel rente zij betalen en wat de looptijd is van de lening. Zorgelijk, vindt het Nibud.

De financiële onwetendheid van jongeren komt ook naar boven in andere financiële zaken. Zo weet 40 procent niet hoe ze zorgtoeslag moeten aanvragen, heeft slechts 50 procent een aansprakelijkheidsverzekering en spaart 55 procent alleen als ze geld overhouden. Hoe ouder en hoe meer verantwoordelijkheid, hoe meer moeite het kost voor de jongeren om hun financiën op orde te houden.

Wennen aan geld 
Volgens Nibud heeft een financiële opvoeding thuis en op school een positief effect op de manier waarop jongeren met hun geld omgaan. Nibud zou daarom dan ook graag zien dat ouders hun kinderen al op jonge leeftijd laten wennen aan geldzaken. Zakgeld is bijvoorbeeld een goede manier om jonge kinderen te leren dat ‘op ook echt op is’.  Kleedgeld leert scholieren met een groter budget om te gaan. Het is daarbij belangrijk dat kinderen de kans krijgen om fouten te maken.

“Maar een financiële opvoeding is meer dan je kind iedere week een paar euro zakgeld geven”, stelt het Nibud. “Kinderen moeten leren keuzes te maken, reclames de baas te blijven en bijvoorbeeld een overzicht krijgen van hun inkomsten en uitgaven”.

Meer keuzes
Het Nibud vindt dat er in het onderwijs ook meer aandacht zou moeten worden besteed aan geldzaken. Het Nibud pleit er zelfs voor om persoonlijke financiën op te nemen in het lespakket van scholen. “Door het beleid van marktwerking van de overheid moeten consumenten zelf meer keuzes maken en meer financiële zaken zelf regelen dan voorheen. Hierdoor is het meer dan ooit belangrijk dat jongeren goed worden voorbereid worden op een financieel zelfstandig bestaan”, aldus het Nibud.